bestelen werkw. Uitspraak: [ bə'stelə(n) ] Afbreekpatroon: be·ste·len Vervoegingen: bestal (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bestolen (volt.deelw.) stelen (van iemand) Voorbeeld: 'zakkenrollers die toeristen bestelen' je bestolen voelen (vinden dat je iets onterecht niet krijgt of dat iets je onterecht wordt afgenomen) Synoniemen:... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bestelen
stiekem nemen wat niet van jou is vb: hij is bestolen door zijn kinderen Synoniemen: stelen jatten pikken wegnemen Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=bestelen