betrekkelijk bijv.naamw. Uitspraak: [ bəˈtrɛkələk ] Afbreekpatroon: be·trek·ke·lijk niet absoluut maar in verhouding tot iets anders Voorbeelden: 'alles is betrekkelijk' , 'In de zin 'De jongen die daar loopt, is mijn broer', is 'die' een betrekkelijk voornaamwoord.' Synoniem: relatief in betrekkelijke stilte (niet helemaal stil, ma...
1) Betr 2) Distributief 3) Nogal 4) Relatief 5) Respectief 6) Tamelijk 1) Naar evenredigheid 2) Naar omstandigheden 3) Naar verhouding 4) Niet volstrekt 5) Nogal 6) Relatief 7) Respectief 8) Tamelijk 9) Vrij 
relatief (toon de herkomst via de etymologiebank)
in vergelijking met iets anders vb: de ruimte in ons huis is maar betrekkelijk Tegenstellingen: absoluut volkomen volstrekt
•enkel waarde of betekenis hebbend in vergelijking met iets anders. •tamelijk, nogal.
in verband staande met
in verband staande met