beven werkw. Uitspraak: [ 'bevə(n) ] Afbreekpatroon: be·ven Vervoegingen: beefde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gebeefd (volt.deelw.) erg trillen Voorbeeld: 'beven van angst' Synoniem: trillen Synoniemen: bibberen doodsbang zijn rillen schudden sidderen trillen Intensiveringen Hoe kun je met beven een ander begrip versterken?... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/beven
snel een klein beetje bewegen vb: hij beefde van angst toen er geklopt werd Synoniemen: trillen bibberen rillen Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=beven