zich bevinden reflexief werkw. Uitspraak: [ bəˈvɪndə(n) ] Afbreekpatroon: be·vin·den Vervoegingen: bevond zich (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft zich bevonden (volt.deelw.) ergens zijn Voorbeeld: 'U bevindt zich nu op de derde verdieping.' Synoniemen: constateren ophouden vaststellen zich bevinden Spreekwoorden en zegswijzen &bu...
1) Beoordelen 2) Constateren 3) Ervaren 4) Merken 5) Na onderzoek vaststellen 6) Ophouden 7) Uitknobbelen 8) Vaststellen 9) Vinden 1) Constateren 2) Ervaren 3) Ophouden 4) Vaststellen 
daar zijn vb: de directeur bevindt zich in zijn werkkamer Synoniemen: ophouden zitten
•tot de slotsom komen. •"zich ~": op een bepaalde plaats zijn
in de genoemde toestand zijn; ergens zijn