
wat deel uitmaakt van, wat behoort bij, tot, onderdeel - Voorbeeld: ‘
Nu kwamen de fietsen er nog bij. De banden er af, de wielen, al de bijhorigheden zoals: stuurstang, ketting, pedalen, enz., netjes ingesmeerd en met lappen omwonden tegen 't roest, en dan naar de schuilplaats’
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.