I bilabiaal bijv.naamw. Afbreekpatroon: bi·la·bi·aal Verbuigingen: bilabialer Verbuigingen: bilabiaalst uitgesproken met beide lippen II de bilabiaal zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bi·la·bi·aal Verbuigingen: bilabialen (meerv.) Verbuigingen: bilabiaaltje (verkleinwoord) met beide lippen gesproken medeklinker, zoals de 'b' en d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bilabiaal