grieven werkw. Uitspraak: [ ˈxrivə(n) ] Afbreekpatroon: grie·ven Vervoegingen: griefde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gegriefd (volt.deelw.) (iemand) erg beledigen Voorbeeld: 'Hij heeft me met zijn opmerking diep gegriefd.' Synoniem: kwetsen Zie ook: grief Synoniemen: beledigen krenken kwetsen pijn doen zeer doen 
1) Beledigen 2) Verdriet aandoen 3) Kwetsen 4) Verongelijken 5) Wonden 6) Steken 7) Hinderen 8) Plagen 9) Krenken 
iemand veel verdriet doen; iemand leed aandoen; iemand zeer droevig stemmen iemands eergevoel of gevoel van eigenwaarde pijnlijk raken; iemand krenken; iemand kwetsen iemand zeer storen, ontstemmen of boos maken; iemand ergeren
krenken
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) kwetsen, beledigen.
krenken (toon de herkomst via de etymologiebank)
krenken