bivakkeren werkw. Afbreekpatroon: bi·vak·ke·ren Verbuigingen: bivakkeerde Vervoegingen: gebivakkeerd (volt.deelw.) 1) ergens een tijdje verblijven vaak op een wat eenvoudige wijze Voorbeeld: 'De vluchtelingen bivakkeerden geruime tijd in de noodopvang.' 2) in de open lucht een kamp hebben Voorbeeld: 'De scouts biv... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bivakkeren