vertoeven werkw. Uitspraak: [ vər'tuvə(n) ] Afbreekpatroon: ver·toe·ven Vervoegingen: vertoefde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft vertoefd (volt.deelw.) ergens zijn gedurende enige tijd formeel Voorbeelden: 'Hij vertoeft al enige weken in het buitenland.' , 'bij mooi weer de hele middag op het terras vertoeven' Synoniem...
1) Banken 2) Beiden 3) Bewegen 4) Blijven 5) Doorbrengen 6) Letten 7) Liggen 8) Logeren 9) Ophouden 10) Sejourneren 11) Verblijven 12) Verwijlen 13) Zich bevinden 14) Zich ophouden 15) Zitten 1) Banken 2) Beiden 3) Bivakkeren 4) Blijven 5) Ophouden 6) Toeven 7) Verblijven 8) Verwijlen 
je er bevinden vb: hij vertoeft in een hotel op de Veluwe Synoniemen: zijn uithangen
•"(onovergankelijk)" zich ophouden, ergens verblijven.