
(blaken, laaien, vlammen) schitteren - Voorbeeld: ‘
Over heel de dubbele glooiïng der scheldevallei blaaiert in een schone galmzang van kleurschakering, het duizendmalig groen der verschillende zomervruchten’ - Voorbeeld: ‘
Het bloeiende schietloof blaaierde boven al 't omliggende uit’ (ibid. 56) - Voorbeeld: ‘
't Kapellet...Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.