blikken bijv.naamw. Uitspraak: [ 'blɪkə(n) ] Afbreekpatroon: blik·ken gemaakt van blik (1,1) Voorbeeld: 'blikken speelgoed' Synoniemen: blikken werpen lonken oogopslagen zien Spreekwoorden en zegswijzen • zonder blikken of blozen (=onbeschaamd, zonder zich iets van anderen aan te trekken) Naar de spreekwoord... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/blikken