de boemel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'buməl ] Afbreekpatroon: boe·mel Verbuigingen: boemels (meerv.) langzame trein die bij elk station stopt Voorbeeld: 'de boemel nemen' Synoniem: stoptrein aan de boemel zijn (uitgaan, cafés bezoeken) Synoniemen: stoptrein trein sneltrein (antoniem) Spreekwoorden en zegswijzen • aan de Gevonden op https://www.woorden.org/woord/boemel
1) trein die bij elk tussenstation stopt; boemeltrein; stoptrein 2) het boemelen, d.w.z. uitgaan en daarbij veel alcohol drinken, vooral door de kroegen af te lopen; aan de zwier gaan; de bloemtjes flink buitenzetten Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/boemel