bommen werkw. Uitspraak: [ 'bɔmə(n) ] Afbreekpatroon: bom·men Vervoegingen: bomde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gebomd (volt.deelw.) dat kan me niet bommen (daar trek ik me totaal niets van aan) 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bommen