bomvrij bijv.naamw. Verbuigingen: bomvrijer Verbuigingen: bomvrijst 1) zorgen dat ergens geen mijnen meer liggen 2) beschermd tegen een aanval met explosieven 
1) Schotvrij 
Het door metselwerk, beton of grondlaag bestand zijn van een verdedigingswerk tegen vernieling door bommen; het begrip is relatief en afhankelijk van het vermogen van de bewapening in een bepaalde periode; vergelijk granaatvrij en scherfvrij.
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Bomvrij``] noemt men elk gebouw, met eene blindering of een gewelf overdekt, dat waarschijnlijk bestand is tegen het doorslaan van bommen en granaten van de kalibers, die de verwachte vijand met zich voert. Zie Kazematten
Bestand tegen constante artilleriebeschieting.
Bestand tegen constante artilleriebeschieting.
Bomvrij is een begrip dat gebruikt wordt wanneer iets bestand is tegen constante artilleriebeschieting.
Bestand tegen constante artilleriebeschieting.