het bosschage zelfst.naamw. Uitspraak: [ bɔ'saʒə ] Afbreekpatroon: bos·scha·ge Verbuigingen: bosschages (meerv.) groep bomen, klein bos Voorbeeld: 'Schilderachtige heuvels met hier en daar een bosschage.' Gevonden op https://woorden.org/woord/bosschage
Wordt gebruikt voor delen van een tuin die bestaan uit groepjes sierbomen die door wandelpaden worden doorsneden Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11605