1) Hoekmeetinstrument 2) Hoekmeter 3) Instrument om hoeken te meten 4) Kompas 1) Kompas 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Boussole``] Bestaat uit eene doos, waarin eene magneetnaald zich langs eenen verdeelden cirkelrand, vrij bewegen kan. Daar de magneetnaald altijd in dezelfde rigting d.i. in die van den magnetischen meridiaan wijst, ten minste binnen bepaalde grenzen en als zich geene storende voorwerpen in de nabijheid...
Let op: Spelling van 1858 een werktuig, met een kompas, waarvan men zich bij het veldmeten bedient
kompas (toon de herkomst via de etymologiebank)
kompas