I boven bijwoord Uitspraak: [ ˈbovə(n) ] Afbreekpatroon: bo·ven op een hogere plaats Voorbeeld: 'boven slapen, beneden eten' Antoniem: beneden (een probleem) te boven komen ((het) verwerkt of opgelost hebben) 'de dood van een geliefde te boven komen' II boven voorzetsel Uitspraak: [ ˈbovə(n) ] Afbreekpatroon: bo·ven hoger dan ...
1) Aan 2) Bovenin 3) Bovenop 4) Hoger 5) Hogerstaand 6) Omhoog 7) Op 8) Over 9) Stroomopwaarts 10) Super 11) Supra 12) Zeer 1) Bovenin 2) Hoger 3) Hoger dan 4) Meer in Noord-Amerika 5) Nevens 6) Omhoog 7) Op een hoger gelegen plaats 8) Op een hogere plaats 9) Over 10) Super 11) Ten noorden van 12) Voorzetsel 13) Water 14) Zeil 
op een hoger gelegen plaats ; hoger dan (toon de herkomst via de etymologiebank)
op een hogere plaats vb: de slaapkamer is boven Tegenstellingen: beneden onder
hoger, op, omhoog, aan de bovenkant
bovenverdieping - Voorbeeld: ‘Wanneer zij echter heel de boven verlaten vindt, keert Prutske zonder misbaar te maken, in stilte weer naar haar kamer’
bijwoord van plaats - Jaar van herkomst: 1285 (CG Rijmb. )
1> verder tegen de wind in. [Lijst: Uitdrukkingen e.d. ] Ook ook aangeduid met termen als hoger of loefwaarts. BOVEN IEMAND LIGGEN/VAREN: aan loefzijde van een ander schip geankerd liggen, zeilen of varen. TE BOVEN HALEN: iemand aan loef voorbij lopen. VAN BOVEN NEER: in zake het inhalen van visnetten: met de wind mee. 2> verder tegen de ...
Te gebruiken om iets te beschrijven dat zich aan of bij het hoogste of meest verheven deel van iets bevindt. Gebruik `bovenkanten (delen)`, uit de hiërarchie Onderdelen om naar die hoogste of meest verheven delen te verwijzen.