de Brabander zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: Bra·ban·der Verbuigingen: Brabanders (meerv.) inwoner van de provincie Noord-Brabant ''(Nederland)'', Vlaams-Brabant ''(België)'' of Waals-Brabant ''(België)'' . 4 definities...
1) Belgisch trekpaard 2) Inwoner van brabant 3) Munt 4) Nederlander 5) Paardenras 6) Provinciaal 7) Trekpaard 
1) iemand die afkomstig is uit de Belgische of Nederlandse provincie Brabant; inwoner van Brabant 2) iemand die afkomstig was uit het middeleeuwse hertogdom Brabant dat zich van het Belgische Waals-Brabant over de huidige provincie Antwerpen uitstrekte tot en met 's Hertogenbosch in Nederland 3) trekpaard met een schofthoogte ...
•inwoner van de provincie Noord-Brabant "(Nederland)", Vlaams-Brabant "(België)" of Waals-Brabant "(België)". (+audio)
inwoner van Brabant
De Brabander werd ook wel Brabantse- of Belgische boot genoemd, een roeibootje (lengte tussen 3,5 en 5m) dat doorgaans gebruikt werd als bijboot van binnenschepen, maar ook als veerboot, werkboot en voor de kleine visserij op rivieren.
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] de gewone naam voor de Belgische 2-centimesstukken, die tot voor weinige jaren in grote menigte onder onze centen voorkwamen; in Zuid-Holland noemde men ze Brusselsche centen of Brusselaars.