de bragel zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bra·gel 1) vette, buitendijkse zeeklei Voorbeeld: 'Allemaal liggen ze, net als ik, muurvast in de bragel.' 2) onzin, gezwam, geleuter Voorbeeld: 'Wat een bragel verkoopt die man, zeg!' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bragel