brandmerken werkw. Afbreekpatroon: 'brand - mer - ken Vervoegingen: brandmerkte (verl.tijd ) Vervoegingen: gebrandmerkt (volt.deelw.) bestempelen met een gloeiend ijzer; markeren; kenmerken Voorbeeld: 'Oorspronkelijk werd het brandmerken gebruikt bij een kudde vee, met een heet brandijzer werd een kenmerk op de huid aangebracht.' Zie ook: ...
1) Markeren 2) Inbranden 3) Stigmatiseren 4) Stigmata 5) Schandvlekken 6) Merktekens 7) Bestempelen 8) Branden 
Spreekwoorden: (1914) Brandmerken.
een merk in de bovenste laag schroeien vb: deze koeien zijn gebrandmerkt
een brandmerk aanbrengen
het aanbrengen van een brandmerk ongeacht op welke wijze dit gebeurt.