openspreiden, besmeren - Voorbeeld: ‘Toen deed ik hem een paar pannekoeken geven met zoete boter gebreid: want het was een woensdag waarop ik geen vlees en pleeg te eten’ (Vos III 133) Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php