de buitenlucht zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈbœytə(n)lʏxt ] Afbreekpatroon: bui·ten·lucht de lucht buitenshuis, vooral op het platteland Voorbeelden: 'genieten van de buitenlucht' , 'de buitenlucht diep inademen' , 'bij mooi weer: voorstelling in de buitenlucht' Synoniem: openlucht Synoniemen: lucht openlucht 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/buitenlucht