Zie ook:
bungel

bungelen werkw. Uitspraak: [ ̃ˈbʏŋələ(n) ] Afbreekpatroon: bun·ge·len Vervoegingen: bungelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gebungeld (volt.deelw.)
1) heen en weer bewegen Voorbeelden: 'op een stoel zitten en met je benen bungelen' , 'aan een touw bungelen' , 'boven een afgrond bungelen'
2) in onzekerhe...Gevonden op
https://woorden.org/woord/bungelen

1) Schommelen 2) Slingeren
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Bungelen/1

slingeren
Jaar van herkomst: 1782 (WNT bungelen II )
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

verwijst naar bengelen = slingeren (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
https://etymologiebank.nl/trefwoord/bungelen
hangend heen en weer bewegen vb: het meisje bungelt aan het klimrek
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

Bungelen is aan een draadje hangen dat bijna knapt. Ook figuurlijk: gezegd van een politicus wiens lot aan een zijden draadje hangt.
[basiswoordenlijst groep 5]Gevonden op
https://wikikids.nl/Bungelen

het uitspoelen van het kuilnet bij de ankerkuilvisserij . Ook broezen , sluiven , schooneren , neren , eren , klaarspoelen , schoonspoelen en spoelen genoemd. Volgens Th.H. van Doorn is dwarshangen een variant hierop. Gijs Sepers, Waalschokkers zijn geen schokkers, Spiegel der Zeilvaart 8/2000 en Dr. Th. H. van Doorn, Terminologie van Rivierviss......
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=bungelen
Geen exacte overeenkomst gevonden.