Let op: Spelling van 1858 gesteldheid, omstandigheid, geschapenheid, Circumstantia facti, Lat., eene voorgevallene omstandigheid. Circumstantieel, omstandiglijk. Circumstantiëren, met of naar alle omstandigheden voorstellen of verhalen Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/