
de stiefzoon zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'stifzon ] Afbreekpatroon: stief·zoon Verbuigingen: stiefzonen (meerv.)
zoon van je partner waarvan je zelf geen biologische ouder bent Gevonden op
https://woorden.org/woord/stiefzoon

1) Kind uit een vorig huwelijk 2) Kind uit een vroeger huwelijk van de partner 3) Kind van de partner 4) Zoon van de partner uit een vorig huwelijk 5) Aangenomen kind 6) Familielid uit vorig huwelijk
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Stiefzoon/1

zoon die niet iemands eigen biologische of geadopteerde zoon is, maar de biologische of geadopteerde zoon van een partner; zoon van wie minimaal een van de ouders een partner heeft die niet zijn biologische ouder of adoptieouder is; zoon van iemands partner uit een eerdere relatie; bonuszoon; pluszoon
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/stiefzoon

zoon uit eerder huwelijk
Jaar van herkomst: 1240 (Bern. )
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.