collaboreren werkw. Uitspraak: [ kɔlabo'rerə(n) ] Afbreekpatroon: col·la·bo·re·ren Vervoegingen: collaboreerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecollaboreerd (volt.deelw.) met de vijand samenwerken Voorbeelden: 'De bezetter dwong de burgers te collaboreren.' , 'in een oorlog met de bezetter collaboreren' Synoniemen: heulen 4 d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/collaboreren