het computersysteem zelfst.naamw. Uitspraak: [ kɔm'pjutərsistem ] Afbreekpatroon: com·pu·ter·sys·teem Verbuigingen: computersystemen (meerv.) op een samenhangende manier opgezet geheel van computers en computerprogramma's Voorbeeld: 'boeken reserveren via het nieuwe computersysteem van de bibliotheek' ...
1) Kantoorapparaat 
•het geheel van alle computers en randapparatuur binnen een organisatie.