corresponderen werkw. Uitspraak: [ kɔrɛspɔnˈderə(n) ] Afbreekpatroon: cor·res·pon·de·ren Vervoegingen: correspondeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecorrespondeerd (volt.deelw.) brieven schrijven en beantwoorden Voorbeeld: 'corresponderen met een vriendin' Synoniemen: aansluiten een briefwisseling hebben overeenkomen ov... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/corresponderen