de inkeping zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'ɪnkepɪŋ ] Afbreekpatroon: in·ke·ping Verbuigingen: inkepingen (meerv.) plek in een voorwerp waar een stukje materiaal is weggehaald of weggelaten Voorbeelden: 'de envelop openscheuren bij de inkeping' , 'een balk met een inkeping waarin de lat past' , 'beschuiten met een inkeping zodat je z...
1) Snee 2) Karteling 3) Groef 4) Gergel 5) Reet 6) Barst 7) Kerf 8) Keep in een duig 9) Split 10) Krap 11) Scheur 12) Jaap 13) Keep 14) Kloof 15) Insponding 16) Gleuf 17) Inkerving 18) Insnijding 19) Gat 20) Kartel 21) Uitsparing 22) Snede 23) Opening 
Uitsnijding van een stuk hout waarin men een ander onderdeel wil (zie) inlaten, b.v. bij kruislings over elkaar komende delen die in één vlak moeten liggen bij lip- en zwaluwstaartverbindingen. (Haslinghuis)
inkerving
Een inkeping is een insnijding. [basiswoordenlijst groep 7]
(Eng: notch) Een deuk in frequentieresponsies. Dit is een typisch verschijnsel van een band-onderdrukkingsfilter (band-eliminatiefilter) of enig ander frequentie-onderdrukkingscircuit.
Corresponderende tand en groef waarmee men de onderdelen van een mal op de juiste plaats kan houden