de corsage zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ kɔr'saʒə ] Afbreekpatroon: cor·sa·ge Verbuigingen: corsages (meerv.) feestelijke bloem links op borsthoogte op je kleding Voorbeelden: 'Volgens de etiquette draagt een dame een corsage met enkele bloemen omlaag en de heer een corsage met één bloem omhoog.' , 'Corsages horen worden gedragen b...
1) Baljurkversiering 2) Bloembos 3) Bloemenbosje op de kleding 4) Bloemenbroche 5) Bloemenversiersel 6) Bloemgarnering 7) Bloemgarnering op kleding 8) Bloemstuk 9) Bloemstukje op kleding 10) Bloemversiersel op kleding 11) Bloemdecoratie 12) Bovenlijf 13) Decor 14) Decoratie 15) Draperie 16) Feestaccessoire 1) Bloemgarnering 2) Decor 3) Decoratie 4) Draperie 5) Garnering 6) Japonlijf 7) Opluistering 8) Opsiering 9) Ornamentiek 10) Sierwerk 11) Tooi 12) Versiering 13) Versiersel 
bloemenbroche (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) klein versiersel van bloemen dat bij plechtige gelegenheden wordt gedragen op de revers van een jas of vest, op een jurk enz. 2) deel van een jurk dat het bovenlichaam bedekt 3) nauw aansluitend lijfje voor vrouwen dat vaak met baleinen is verstevigd en van snoertouwtjes voorzien en dat dient om het figuur te accentueren of...
versiersel op bovenstuk van japon
versiersel op bovenstuk van japon
Arrangementen van bloemen die worden gedragen als kledingaccessoire, bijvoorbeeld op het lijfje of aan de pols