de dagloner zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: dag·lo·ner Verbuigingen: dagloners (meerv.) Verbuigingen: daglonertje (verkleinwoord) een arbeider die per dag werd betaald en die met name in de land- en tuinbouw werkte Voorbeeld: 'Een ZZP'er of iemand met een nul-uren contract is de moderne dagloner.' . 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/dagloner