decentraliseren werkw. Uitspraak: [ desɛntrali'zerə(n) ] Afbreekpatroon: de·cen·tra·li·se·ren Vervoegingen: decentraliseerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedecentraliseerd (volt.deelw.) (dingen) minder centraal regelen Voorbeeld: 'het plan om de jeugdzorg te decentraliseren' Antoniem: centraliseren Synoniemen: spreiden 
1) Spreiden 
Het verdelen van functies en bevoegdheden van een organisatie, besturingsorgaan of een andere autoriteit over een minder gecentraliseerd gebied of over een groot aantal deelhebbers.
(bestuurlijke bevoegdheden) spreiden over een aantal lagere instanties
Het overhevelen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een hoger hiërarchisch niveau naar een lager.
staatskundig - politiek: het overhevelen van bestuurstaken en bevoegdheden aan lagere overheidsinstellingen. ...staatsrecht: bevoegdheidsspreiding gekarakteriseerd door toedeling van regelende en bestuurlijke bevoegdheden aan lagere ...
spreiden over verschillende delen van de organisatie vb: het bestuur van de stad is gedecentraliseerd Tegenstelling: centraliseren