degelijk bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈdexələk ] Afbreekpatroon: de·ge·lijk 1) met een goede kwaliteit Voorbeeld: 'Dat bedrijf levert degelijk werk voor een lage prijs.' Synoniemen: : deugdelijk, gedegen 2) op wie je kunt vertrouwen Voorbeeld: 'Het is een keurige, degelijke man, maar ook wel een beetje saai.' Synoni...
1) Aannemelijk 2) Afdoend 3) Afdoende 4) Bedaard 5) Beproefd 6) Bestendig 7) Betrouwbaar 8) Bezadigd 9) Betrouwbaar en stevig 10) Betrouwbaar en solide 11) Bondig 12) Braaf 13) Bruikbaar 14) Burgerlijk 15) Danig 16) Deeg 17) Deugdelijk 18) Deugdzaam 19) Diepgaand 20) Diepgravend 21) Doorwrocht 22) Duchtig 1) Aannemelijk 2) Bedaard 3) Belangrijk 4) Beproefd 5) Bestendig 6) Betrouwbaar 7) Bezadigd 8) Bondig 9) Braaf 10) Bruikbaar 11) Deugdelijk 12) Deugdzaam 13) Diepgaand 14) Diepgravend 15) Doeltreffend 16) Doortimmerd 17) Doorwrocht 18) Duchtig 19) Duurzaam 20) Eenzaam 21) Eerbaar 22) Eerlijk 23) Eerzaam 
solide, duurzaam (toon de herkomst via de etymologiebank)
wat stevig of goed in elkaar zit vb: dit is een degelijk apparaat Synoniemen: deugdelijk beproefd solide Tegenstellingen: slap zwak tam
•goed tegen een stootje kunnen.
deugdelijk
deugdelijk