diastole zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: di·as·to·le Verbuigingen: diastolen (meerv.) periode tussen twee hartslagen . 8 definities
1) Medische term 2) Rustfase van het hart 3) Scheidingsteken (taalkunde) 4) Stadium van de hartslag 5) Toestand van het hart 6) Uitzetting 
Let op: Spelling van 1858 de verlenging eener korte lettergreep
verslapping (toon de herkomst via de etymologiebank)
Etym: Gr. dia-stolè = het uitrekken < dia-stellein = in twee op-stellen, opsplitsen. - Stijlfiguur waarbij tussen twee herhaalde woorden een woord of zinsdeel wordt ingevoegd. Bijv. bij Vergilius: - duc, age, duc ad nos (Georgica, 4, 358) De term wordt in zijn betekenis van uitrekking ook gebruikt als tegengestelde van systole, n...
de fase van ontspanning van het hart, nadat het heeft samengeknepen
Het verlengen van een lettergreep of vocaal die normaal kort is Antoniem: systole
toestand waarbij de vacuole ontspannen en niet gecontracteerd is.
De rustfase van de hartspier na samentrekking (in tegenstelling tot de systole).
relaxatietoestand van het hart.
Rustfase van de hartspier na samentrekking (i.t.t. systole)..