de diensttijd zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'dinstɛit ] Afbreekpatroon: dienst·tijd Verbuigingen: diensttijden (meerv.) 1) tijd dat je je werk doet Voorbeeld: 'Seks hebben onder diensttijd is verboden.' Synoniem: werktijd 2) periode dat je bij een werkgever werkt Voorbeeld: 'Je diensttijd is van belang voor de ho...
1) Ambtsperiode 2) Term 3) Werkperiode 1) Ambtsperiode 2) Termijn 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Diensttijd``] In ruimen zin, den tijd gedurende welken de in dienst gestelde soldaat dienstpligtig blijft; zoo zegt men bijv.: hier of daar loopt de diensttijd tot het veertigste levensjaar, zonder daarbij in aanmerking te nemen of de soldaat werkelijk tot dien tijd onder de wapens blijft of het grootst...
1) periode waarin iemand werkzaam is bij dezelfde werkgever; periode met een dienstverband bij dezelfde werkgever; werkperiode bij één werkgever 2) tijd waarin iemand dienst heeft; werktijd volgens een dienstrooster 3) periode waarin iemand zijn militaire dienstplicht vervult; dienstplichttijd
De diensttijd die voor de pensioenberekening in aanmerking wordt genomen (vaak maximaal 40 jaar).
De aaneengesloten periode gedurende welke de werknemer een dienstverband heeft of heeft gehad bij een bepaalde werkgever.
pensioenrecht: de perioden in dienstbetrekking waarover pensioen kan worden opgebouwd. ...