de Ier zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ir ] Verbuigingen: Ieren (meerv.) de Ier - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ ir - sə ] Verbuigingen: Iersen (meerv.) iemand met de Ierse nationaliteit Spreekwoorden en zegswijzen • als Ier en en Britten op één land (=twee aartsvijanden in één ruimte) Naar de spreekwoorde... Gevonden op https://woorden.org/woord/Ier
1) Inwoner van ierland 2) Bastaarduitgang 3) Paddy 4) Eilandbewoner 5) Inwoner van Europa 6) Vogel 7) Mestvocht 8) Engelsman 9) Gier 10) Brit 11) Inwoner van West-Europa 12) Aal 13) Mest 14) Aalt 15) Bewoner van Eire Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Ier/1
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890](Een wilde -)een wilde knaap, naar de Iersche bezetting, welke de Graaf van Leycester (einde 1586) onder William Stanley naar Deventer overbracht; daarover schrijft Van Reyd, Nederl. Hist.: ‘dat onghereghelste volck, datter oyt in de Nederlanden aan d'eene oft d... Gevonden op https://dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0013.php