diftong zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: dif·tong Verbuigingen: diftongen (meerv.) Verbuigingen: diftongetje (verkleinwoord) een foneem dat uit twee klinkers bestaat die binnen één lettergreep in elkaar overgaan Voorbeeld: 'Het overgaan van een monoftong in een diftong wordt diftongering genoemd.' . Synoniemen: tweeklank 4 definities..... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/diftong
• [taalkunde] een foneem dat uit twee klinkers bestaat die binnen één lettergreep in elkaar overgaan. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/diftong
Een tweeklank, twee klinkers als één uitgesproken Afgeleid van het Griekse ftôngôs (klank). Bijvoorbeeld: `ui` Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10168
Uit de woordenlijst van de uitspraak; (ook tweeklank) klinker die zich fonologisch gedraagt als een lange klinker en als wezenlijk kenmerk de verglijding heeft tussen een start- en eindpositie. Het Nederlands kent enkel de diftongen ui, ei en ou, die alle drie een halfopen klinker als startpositie hebben en zijn gesloten tegenhanger als eindpositie... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11149