dikwijls bijwoord Uitspraak: [ ˈdɪkwəls ] Afbreekpatroon: dik·wijls in veel gevallen Voorbeeld: 'Die ziekte komt dikwijls voor bij kinderen.' Antoniem: zelden Synoniem: vaak Synoniemen: frequent gedurig herhaaldelijk meermaals meermalen meestal menigmaal regelmatig vaak veel veelal veeltijds veelvuldig weinig (antoniem) zelden (antoniem...
1) Dikkels 2) Dikmaal 3) Dikmaals 4) Dikwerf 5) Doorgaans 6) Frequent 7) Gedurig 8) Gemeenlijk 9) Geregeld 10) Herhaaldelijk 11) Meermaals 12) Meermalen 13) Meestal 14) Meestentijds 15) Meesttijds 16) Menigmaal 17) Menigvoudig 18) Menigvuldig 19) Menigwerf 20) Oft 21) Regelmatig 22) Telkens 23) Vaak 1) X-keer 2) Bijwoord 3) Dikkels 4) Dikkes 5) Dikmaal 6) Dikmaals 7) Dikwerf 8) Doorgaans 9) Frequent 10) Gedurig 11) Geregeld 12) Gewoon 13) Gewoonlijk 14) Heel wat keren 15) Herhaalde malen 16) Herhaaldelijk 17) In de regel 18) Meer 19) Meer dan eens 20) Meermaals 21) Meermalen 22) Meestal 23) Meestentijds 
vaak (toon de herkomst via de etymologiebank)
op veel momenten, veel keren vb: Mehmet gaat dikwijls op reis Synoniemen: vaak veel veelvuldig regelmatig Tegenstellingen: weinig min [3]
•veel
bijwoord van tijd: vaak
bijwoord van tijd: vaak