discuteren werkw. Uitspraak: [ dɪsky'terə(n) ] Afbreekpatroon: dis·cu·te·ren Vervoegingen: discuteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gediscuteerd (volt.deelw.) een gesprek voeren waarbij iedereen zijn mening geeft over een bepaald onderwerp Voorbeeld: 'discuteren over de toekomst van het stadscentrum' Synoniem: discussiëren ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/discuteren