[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] benaming van een afgeperkte plaats in de voornaamste Ned. steden, waar schutterijen bestonden, voor handen voetboogschutters, voor oefeningen in 't schieten op zeker wit of doel. Aanvankelijk noemde men ze naar de beplanting Schuttershoven of Schuttersboomgaarden; naderhand kregen zij ... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0008.php