1.wijze van doen, bezigheid, handelwijze, handeling Voorbeeld: ‘Daarna stapten zij in rang, en zwijgend; met een geheimzinnige doening werden zij in 't binnenst van 't klooster geleid’ Voorbeeld: ‘De pastoor klom weer op de preekstoel en sprak, met dezelfde gebaren en doening, dezelfde vermaning uit van deze morgen’ (ibid. 10... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0007.php