doorgaan werkw. Uitspraak: [ ˈdorxan ] Afbreekpatroon: door·gaan Vervoegingen: ging door (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is doorgegaan (volt.deelw.) 1) verder gaan Voorbeeld: 'Deze trein gaat door naar Amsterdam.' Antoniem: stoppen Synoniem: voortgaan 2) blijven doen Voorbeeld: 'doorgaan met spelen' Antoniem: oph... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/doorgaan
1> het ongeremd laten vieren, laten schieten, van touw, staaldraad of ankerketting. 2> het uitlopen van een touw of ketting niet kunnen stoppen. Voorbeeld: Het anker is ons door gegaan. In dit geval gaat het meestal om het mislukken van een poging een schip, dat te veel vaart heeft, te stoppen. 3> het krabben van het anker. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=dev#doorgaan