
helemaal, overal stippelen, spikkelen, tikkeltjes of spatjes aanbrengen op (VD) - Voorbeeld: ‘
't Gras in de weiden begint te gloeien, wit doortikkeld van de kersouwkes en boterbloemen’ - Voorbeeld: ‘
Van zijne moeder hield hij (...) de bruine met goud doortikkelde ogen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0007.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.