doorzagen zelfst.naamw. Afbreekpatroon: door·za·gen 1) met een zaag in twee stukken verdelen. Voorbeeld: 'Het viel niet mee de dikke boom door te zagen.' 2) eindeloos doorpraten Voorbeeld: 'En hij zaagde maar door, het was oervervelend.' 3) eindeloos uitvragen Voorbeeld: 'Hij werd in dat gesprek fli... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/doorzagen