draaideur zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: draai·deur Verbuigingen: draaideuren (meerv.) Verbuigingen: draaideurtje (verkleinwoord) 1) constructie van drie of vier deurbladen die rondom een gezamenlijke verticale as kunnen draaien, ter vervanging van een gewone deur m.n. gebruikt in winkels, ziekenhuizen enz Voorbeeld: 'De draaid...
1) Deel van een gebouw 2) Ingang 3) Sluisdeur 4) Toegang 5) Tourniquet 1) Tourniquet 
1) deur die mensen toegang geeft tot een ruimte door om een verticale as heen te draaien; deur met een draaimechanisme 2) toegang tot een locatie waarna er verschillende vervolgopties zijn, terug naar waar men vandaan kwam of verder naar een andere locatie
sluisdeur met een verticaal scharnier aan één der zijden. Weinig gebruikte term, die meestal alleen in samenhang met roldeuren, schuifdeuren, e.d. gebruikt wordt.