dringend bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈdrɪŋənt ] Afbreekpatroon: drin·gend wat om een onmiddellijke handeling vraagt Voorbeeld: 'een dringend telefoontje' Synoniem: acuut Synoniemen: klemmend spoedeisend urgent Intensiveringen Hoe kun je met dringend een ander begrip versterken? dringend behoeven ; dringend nodig ; dwingende noodza...
1) Aangelegen 2) Acuut 3) Broodnodig 4) Geen uitstel lijdend 5) Haastig 6) Instantelijk 7) Klemmend 8) Nadrukkelijk 9) Nadrukkelijk urgent 10) Nodig 11) Noodzakelijk 12) Spoedeisend 13) Urgent 1) Acuut 2) Alarmerend 3) Broodnodig 4) Hoognodig 5) Instantelijk 6) Klemmend 7) Nadrukkelijk 8) Nodig 9) Noodzakelijk 10) Nijpend 11) Onmiddellijk 12) Perse 13) Pressant 14) Spoedeisend 15) Stringent 16) Urgent 
waarbij geen uitstel mogelijk is vb: ik moet je dringend spreken Synoniem: acuut
Je noemt iets dringend als het niet langer kan wachten.
Uit `De lagere vaktalen: Taal van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel` 1914 dringende gesprekken zijn tegen drievoudig tarief toegelaten. Dringend telegram.