wild, onbesuisd, plomp, grof (VD) - Voorbeeld: ‘Deze zaten daar zalig weggestoken, hoog en ver van 't luide geweld der druistige kerels’ - Voorbeeld: ‘De slingerende akkerwinde, die er als een net, heur grove mazen druistig over al 't ander heenspreidt en de diepte van de gracht bedriegt’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0007.php