de dubbeldekker zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'dʏbəldɛkər ] Afbreekpatroon: dub·bel·dek·ker Verbuigingen: dubbeldekkers (meerv.) 1) bus, trein of vliegtuig met twee verdiepingen Voorbeeld: 'In een dubbeldekker kun je hoger zitten dan in een gewone bus of trein.' 2) vliegtuig met aan iedere kant twee vleugels Gevonden op https://woorden.org/woord/dubbeldekker
Bij het openbaar vervoer > trein of bus met twee niveaus. Zie ook treintypen. In de luchtvaart > oud vliegtuigtype met aan weerszijden twee vleugels boven elkaar Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10965
een schip met twee dekken boven elkaar. Zie ook dubbeldeks . De term wordt in de binnenvaart zelden gebruikt en is dan meestal van toepassing op passagiersschepen. Gevonden op https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=dubbeldekker