I het duister zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈdœystər ] Afbreekpatroon: duis·ter plaats waar het donker is Voorbeeld: 'in het duister onder een schemerlamp zitten lezen' Antoniem: licht Synoniem: donker in het duister tasten (nog niets weten (over)) 'De politie tast nog volledig in het duister over de oorzaak van de brand.' II duister bijv....
1) Aardedonker 2) Abstruus 3) Cryptisch 4) Diffuus 5) Donker 6) Donkerte 7) Dreigend 8) Dubieus 9) Geheim 10) Geheimzinnig 11) Glibberig 12) Huiveringwekkend 13) Ingewikkeld 14) Koffiedik 15) Louche 16) Luguber 17) Mysterieus 18) Mystiek 19) Nebuleus 20) Obscuriteit 21) Obscuur 22) Onbegrijpelijk 23) Onbekendheid 1) Abstruus 2) Cryptisch 3) Deemster 4) Diffuus 5) Donker 6) Donkerte 7) Donker en ondoordringbaar 8) Dreigend 9) Dubieus 10) Duisterheid 11) Geheim 12) Geheimzinnig 13) Gebrek aan licht 14) Glibberig 15) Halfdonker 16) Heimelijk 17) Huiveringwekkend 18) Ingewikkeld 19) Louche 20) Luguber 21) Maanloos 
donker ; duisternis (toon de herkomst via de etymologiebank)
niet te verklaren, je snapt niet wat het betekent vb: er was een duistere figuur aan de deur
•in weinig of geen licht badend. •"overdrachtelijk": onduidelijk, moeilijk te doorgronden (+audio)
zonder licht
zonder licht