Zie ook:
dupeer

duperen werkw. Uitspraak: [ dy'perə(n) ] Afbreekpatroon: du·pe·ren Vervoegingen: dupeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedupeerd (volt.deelw.)
schade of nadeel veroorzaken voor Voorbeeld: 'De bezuinigingsplannen duperen mensen die het al moeilijk hebben.' Synoniemen: : benadelen, schaden Synoniemen: afvallen benadelen frustre...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/duperen

1) Er in laten lopen 2) Schaden 3) Frustreren 4) Misleiden 5) Schade berokkenen 6) Tegenvallen 7) Tekortdoen 8) Teleurstellen 9) Nadeel berokkenen 10) Afvallen 11) Benadelen 12) Bedriegen 13) Tot slachtoffer maken 14) Ontgoochelen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Duperen/1

benadelen
Voorbeeld: Als dat doorgaat, dan dupeert dat alle betrokkenen.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/11544
Geen exacte overeenkomst gevonden.